Ja, maar dit was een stuk gecompliceerder dan in Nederland.
Tijdens de oorlog richtte de Nederlandse koloniale regering in ballingschap in Australië de tijdelijke krijgsraden op, die werden belast met de vervolging oorlogsmisdadigers en collaborateurs. De rechtbanken begonnen met hun werk zodra de Nederlanders de controle over Indonesië herwonnen en werkten tot eind 1949. De tijdelijke huwelijksmisdadigers hadden vooral betrekking op de vervolging van Japanse oorlogsmisdadigers. 1038 Japanners werden berecht, 983 werden veroordeeld en 236 werden ter dood veroordeeld. Veel andere Japanse oorlogsmisdadigers werden naar Japan gestuurd om te worden berecht door het Internationale Militaire Tribunaal voor het Verre Oosten. De meeste veroordeelde Japanners waren leden van de Kempeitai. (De Jong 12 p. 887)
Nederlandse collaborateurs
De vervolging van Nederlandse collaborateurs en medewerkers van gemengde afkomst die voor de koloniale regering werkten, was beperkt. Ze werden tijdens de oorlog geïnterneerd in kampen en werkten voor de Japanners als dwangarbeiders, meestal onder erbarmelijke omstandigheden. Er werd amnestie afgekondigd voor mensen die op deze manier voor de Japanners werkten. (De Jong 11b p. 659) Er waren echter uitzonderingen op deze amnestie. Zo is er het geval van de mensen die voor het Japanse propagandastation ‘Radio Batavia’ werkten. Het radiostation zond uitzendingen uit die gericht waren op Australiërs en Amerikanen in een poging het moreel te ondermijnen. Materiaal voor de uitzendingen is geschreven door enkele Nederlandse journalisten en enkele Australische en Britse krijgsgevangenen. (De Jong 11b 652) Er was reden om aan te nemen dat sommige van deze mensen ontevreden waren over de vooroorlogse koloniale regering en de snelle militaire ineenstorting tijdens de Japanse invasie en uit eigen vrije wil voor de Japanners werkten. Ik kwam enkele rapporten over deze zaak tegen in de Nederlandse nationale archieven tijdens onderzoek over een aanverwant onderwerp. Dit werd niet als een groot geval beschouwd, omdat samenwerking niet vanzelfsprekend was en het propagandawerk echt ineffectief was.
Er is ook een op zichzelf staand geval van politiecommissaris Maseland (ik weet niet of hij Nederlands of Nederlands-Indonesisch was) die zich schuldig maakte aan het verraden van een van de weinige verzetsgroepen. Hij werd ter dood veroordeeld wegens verraad. (De Jong 11b p. 467)
Indonesische medewerkers
De zaak van Indonesische medewerkers was een moeilijk onderwerp dat verdeeldheid zaaide. Nederlandse hardliners beschouwden Soekarno zichzelf en zijn hele regering als collaborateurs en gebruikten dat als argument om de republiek in oorlog te verslaan en de koloniale controle te herstellen. Dit was ook in Nederland lange tijd de mening van de meerderheid. Er was echter een discussie over de vraag of Soekarno echt een Japanse marionet was of dat hij zijn positie gebruikte om zijn eigen nationalistische agenda te bevorderen. (De Jong 11b 1046) Het grootste deel van de burgerregering werd in vooroorlogse tijden geleid door Indonesiërs. Nederlandse bestuurders bekleedden alleen de topposities. Tijdens de Japanse bezetting werden deze topposities deels door Japanners en deels door Indonesiërs bemand. Deelname aan de overheid werd op zich niet als samenwerking beschouwd. In feite had de koloniale regering zowel Nederlandse als Indonesische ambtenaren opgeroepen om na de nederlaag van de geallieerden op hun post te blijven, net zoals in Nederland in 1940 was gebeurd. (De Jong 11c p. 362) Alleen Indonesiërs die dat wel hadden gedaan. Werkten voor de Japanners uit overtuiging werden als schuldig beschouwd. Er gebeurde niet veel in de manier waarop Indonesische collaborateurs werden vervolgd om verschillende redenen. De naoorlogse koloniale regering had geen zeggenschap over veel delen van het land. Het verschil tussen Indonesische nationalisten en collaborateurs was moeilijk vast te stellen. Het was moeilijk om getuigen te vinden (in tegenstelling tot het vinden van getuigen die tegen Japanners wilden getuigen). De Nederlandse mankracht en middelen stonden onder druk en werden vooral ingezet voor de oorlog tegen de republiek.
Er waren veel onderzoeken naar medewerking van Indonesiërs, maar slechts enkele daarvan leidden tot vervolging en veroordeling. In het nationale archief zijn veel meldingen van deze onderzoeken, die zijn uitgevoerd door de inlichtingendienst NEFIS. Dit zijn enkele van de titels die in de archieven worden genoemd: 'Onderzoek naar loyaliteit van ambtenaren, vooral de NEFIS', 'Namenlijsten van vrouwen die nauwe banden hadden met Japanners', 'Behandeling van leden van de NSB (The Dutch Nazi Partij) woonachtig in Indonesië ',' Over Chinese collaborateurs in de samenleving Kipas Hitam '. Tijdens de Indonesische onafhankelijkheidsoorlog zijn er veel wraakmoorden gepleegd op Indonesiërs en Chinezen die verdacht werden van collaboratie met de Japanners, gepleegd door zowel Nederlanders, Chinezen als Indonesiërs. Wraakmoorden op Japanners waren ook gebruikelijk. Ik heb gelezen over een geval waarin een Japanse officier werd opgegeten door mieren.
Helaas is al mijn bronmateriaal Nederlands. Mogelijk is er een Engelse vertaling van Lou de Jongs monumentale werk ‘Het Koninkrijk der Nederlanden in de Tweede Wereldoorlog’ (Het Koninkrijk der Nederlanden tijdens de Tweede Wereldoorlog). Het is een beetje gedateerd en er is veel kritiek geweest, maar het is nog steeds een goede referentie voor de kritische lezer. De delen 11b en 12 bevatten de meeste informatie over dit onderwerp. Er is een interessant hoofdstuk over de vervolging van Japanse oorlogsmisdadigers, zelfs in het Nederlands is er niet veel onderzoek naar dit onderwerp. Dit zou een heel goed onderwerp zijn voor een nieuwe studie.
Bronnen:
Diverse documenten in het Nationaal Archief in Den Haag (voorbeelden uit http://www.gahetna.nl/collectie/archief/ead/index/eadid/2.10.17/node/c01%3A1.c02%3A1./anchor/descgrp-context-bioghist)
Lou de Jong, Het Koninkrijk der Nederlanden in de Tweede Wereldoorlog 11b, 11c, 12
https://javapost.nl/2011/10/04/fout-in-nederlands -indie /
Esther Zwinkels, Het Overakker-complot